Op dressuurwedstrijden of keuringen worden ze regelmatig gezien: de superlosse en grote bewegers. We slaan onze handen stuk op de tribunes voor een dergelijk hypermobiel paard. In bijvoorbeeld de kogels en in de rest van het lijf zit dan een te grote beweging. Het ziet er spectaculair uit, maar is het wel helemaal waar we naartoe zouden moeten willen?
Als je het mij vraagt: nee… Dit is mogelijk niet het meest populaire antwoord voor velen, maar ik hoop dat je toch even verder wil lezen waarom ik (en vele dierenartsen en therapeuten met mij) er zo over denken.
Hypermobiliteit
Deze paarden vertonen vaak een vergrote beweeglijkheid in de gewrichten in hun lichaam. Ze hebben dus meer beweging in de gewrichten van hun benen, maar ook in de gewrichten in hun hals of rug. Dit betekent dat ze veel moeite hebben met het stabiliseren van hun lijf. In balans lopen en in een goede takt is voor deze paarden een hele opgave. Let maar eens op foto’s van keuringen. Helaas zie je dan veel paarden die in de draf bijvoorbeeld maar 1 been aan de grond hebben. Dit is absoluut niet normaal en wordt naar mijn zin nog niet genoeg erkend als een probleem.
Peesblessures
Deze paarden zijn gevoeliger voor peesblessures. Sommige paarden hebben een dusdanige beweging in hun kogels dat ze bijna de grond raken als ze doorveren. Er komt dan een enorme stress op de buigpezen te staan wat kan leiden tot blessures. Vaak “begeeft” de tussenpees het op den duur en zakken deze paarden letterlijk door hun kogels. Veel paarden komen echter niet eens tot dit stadium, omdat er al eerder afscheid is genomen vanwege andere problemen.
Artrose
Uit humaan onderzoek is gebleken dat mensen met hypermobiliteit gevoeliger zijn voor het optreden van slijtage in de gewrichten. Ook bij paarden lijkt er vaker sprake te zijn van artrose in met name de kogel. Harde wetenschappelijk onderbouwde cijfers heb ik hier niet van. Als je echter logisch nadenkt en goed kijkt naar de extreme beweging in de benen van deze paarden, is het niet gek dat er eerder slijtage optreedt.
Training van balans en vrije beweging
Het is erg lastig om deze paarden goed in balans te trainen en ze hebben meer tijd nodig om te volgroeien. Ze zijn later rijp en zouden daardoor pas later in training genomen moeten worden. Vrije beweging is wél heel belangrijk. De beweging op zich is namelijk al een training voor bindweefsel en andere structuren. De onbelaste beweging is dus essentieel.
Training van de rompstabiliteit is erg belangrijk. Het gaat hierbij om de kleine spiertjes rondom de wervels (de multifidus spieren). Zie het gratis e-book voor gerichte oefeningen om deze te trainen.
Balkjestraining is ook heel nuttig voor trainen van coördinatie en stabiliteit.
Overbelasting
Overbelasting komt gauw om de hoek kijken bij dit soort paarden. Het stabiel houden van hun lijf kost simpelweg veel energie, dus train deze paarden niet te lang. Hun spieren raken snel vermoeid en dit leidt ook weer sneller tot blessures en pijnklachten. Eenzijdige belasting moet vermeden worden. Regelmatige afwisseling van bodemtype, oefeningen en training is belangrijk om overbelasting te voorkomen.
Pezen en ligamenten
Spieren kunnen we trainen, maar hoe zit het dan met de pezen en de banden? Helaas kunnen we deze niet trainen zoals we dat met spieren kunnen doen. Onder de “voorknie” en de sprong zit geen spierweefsel meer, maar pezen, banden en ligamenten. Het is nog niet precies bekend of we dit weefsel sterker kunnen maken door training. Er is een onderzoek gedaan wat suggereert dat peesweefsel sterker kan worden in de eerste 18 maanden van het leven. Veel beweging voor jonge paarden is dus ook om deze reden belangrijk. Of we op latere leeftijd nog wat kunnen doen aan het sterker worden van pezen is dus niet bekend. Het is echter wel zo dat als de spieren sterker zijn en een paard stabiel is, dit voor minder belasting van de onderbenen zorgt en minder compensatie in het lijf. Stabiliteit is dus echt het allerbelangrijkst voor deze paarden.
Niet wenselijk
Aangezien deze paarden zo gevoelig zijn voor blessures en ongemak, is het voor mij duidelijk dat deze situatie niet wenselijk is. Ik hoop dat het besef komt dat de extreme beweeglijkheid (of hypermobiliteit) niet iets is wat we na moeten streven en als normaal moeten gaan zien.